Een zoogdier is geen vis en een vogel is geen insect. Ontdek de verschillen tussen zeven diersoorten, waarvan er zes in De Maashorst leven.
Kinderen ontdekken en leren
- dat De Maashorst verschillende bewoners heeft, en dat ze op een verschillende manier leven en wonen
- dat veel dieren met hun eigenschappen en kenmerken passen bij de omgeving waarin ze leven
- over ordening van het dierenrijk en kunnen van de zeven hoofdgroepen een voorbeeld noemen
Hoe ziet de les eruit?
Na een inleiding op de leszolder gaan de kinderen in groepjes op pad. Elk groepje krijgt een tas met materialen en opdrachtkaarten mee. De kinderen en de ouder volgen het zeven-diersoorten-pad en voeren de opdrachten uit. De ouder leest informatie voor over woonomgeving, voedsel en eigenschappen van de dieren. De kinderen zoeken op hun knipkaart bij elk dier het juiste ‘jong’ en mogen bijbehorend vakje knippen.
Voorbereiding
Als voorbereiding op de les op het natuurcentrum laat u de kinderen kennismaken met de zeven hoofdsoorten: zoogdieren, vogels, vissen, amfibieën, reptielen, insecten en spinnen
Filmpje zoogdieren
Of een leuke quiz over de kikker of het pad
Organisatie
Op school maakt u maximaal 6 groepjes. Bij ieder groepje moet gedurende het bezoek aan het natuurcentrum een begeleidende volwassene zijn. Stel hen vooraf op de hoogte van de begeleidersbrief.
Na afloop
Kunnen de kinderen van elke diergroep nog een voorbeeld bedenken?
Welk van de zeven diersoorten leven op en rond het schoolplein?